Pendelen tussen Brussel en De Panne

In het hoofdstuk ‘Le Chant des truelles’ [het gezang van de truwelen] beschrijft Philippe Dumont de oneindige bouwactiviteit in de duinen van De Panne: “C’est alors qu’une musique étrange devenait perceptible. C’était les mille truelles de l’orchestre des maçons, construisant les villas de mes oncles Alexis, Jacques, Pierre, de mes cousins Gustave et Myriam”[1].

Wanneer Alexis Dumont het mooi ingekleurde situatieplan van wat vandaag de Dumontwijk in De Panne is, tekent, en dit laat publiceren in 1904, zijn we getuige van hoe snel deze badstad zich sinds 1896 heeft ontwikkeld. De stedenbouwkundige kwaliteit van deze badstad werd geprezen en aangewend als een toeristische troef: ‘A lui [Albert Dumont] l'honneur d'avoir sauvé La Panne de la banalité, d'avoir su s'opposer à la rapacité des propriétaires en leur faisant refuser le droit de s'emparer de tout terrain disponible, en les obligeant à laisser autour des chalets de gracieux jardinets’. Naast een uitzonderlijke urbanisatie bestaande uit wegen en wegels die zich over en langs een onaangeroerd duinenlandschap slingeren, tellen we dan ongeveer 35 cottages. Twee ervan kunnen we toeschrijven aan de Brusselse architect en zoon van een schrijnwerker, Georges Hobé (1854-1936), vier aan een zekere Demany, zeven aan architect Jozef Viérin (1872-1949) en tweeëntwintig aan Albert & Alexis Dumont[2]. Wanneer Philippe Dumont (geboren in 1914) bovenstaande citaat aanhaalt zitten we begin jaren 1920. Het illustreert de constante bouwijver in de Dumontwijk. Tussen 1902 en 1914 tellen we over de 60 cottages gebouwd door de Dumonts. Begin jaren 1920 zal Alexis er nog enkele villa’s realiseren. Hij blijft een band met De Panne onderhouden, gezien een groot deel van zijn omvangrijke familie zich hier definitief zal vestigen.

Tegelijk worden er, vanuit het kantoor in Sint-Gillis, burgerwoningen ontworpen in de noord- en zuidoostelijke stadswijken van Brussel (Etterbeek, Uitbreiding Oost, Elsene, Uitbreiding Zuid en Sint-Gillis).

De samenwerking tussen vader en zoon kent zijn hoogtepunt in het ontwerp voor de Université de Travail te Charleroi, wedstrijd in 1905, opgeleverd in 1911. Dit eclectisch bouwwerk wordt door tijdgenoten beschouwd als een moderne en jeugdige aanpak van zuivere bestemmingsarchitectuur in een nationaal kleedje. Het wordt gezien als het eerste ontwerp waarin Alexis Dumont de toon bepaalt[3]. We vermoeden dat vanaf ca. 1912 Alexis Dumont meer en meer op zelfstandige basis begint te werken. Albert Dumont zal zich nog uitsluitend toespitsen op het stedenbouwkundig vraagstuk in en rond Brussel[4].

Uittreksel uit het artikel « Alexis Dumont»,Verhofstadt T., Erfgoed Brussel, n°33, 2019 (te verschijnen).

 

 

[1] Dumont, Philippe, La Panne. Chronique d’un temps perdu, Louis Musin éditeur, Bruxelles, 1981, p. 108.

[2] Bran, A., L’œuvre d’Albert Dumont à La Panne, Inventaire provisoire des oeuvres d’Albert et Alexis Dumont au Littoral Belge et de quelques autres architectes de La Panne, ISACF- La Cambre, 1994, p. 74 (onuitgegeven eindverhandeling).

[3] BODSON, F., L’Université du Travail à Charleroi in Tekhné, 12, 1911, pp. 132-135.

[4] DUMONT, Albert, Quelques règles à suivre pour le tracé des quartiers nouveaux suburbains in Premier Congrès internationale et exposition comparée des villes, Gand 1913, Bruxelles, 1914, section I, pp. 149- 153 ; IDEM, Quelques règles pour la transformation des quartiers anciens dans les vieilles villes. Conservation des anciens monuments et de l’aspect général des centres intéressants in  Premier Congrès internationale et exposition comparée des villes, Gand 1913, Bruxelles, 1914, section I, pp. 155- 156. Ook Alexis Dumont brengt een bijdrage zie: DUMONT, Alexis, Le village moderne à l’exposition universelle et internationale de Gand 1913, Bruxelles, 1913, p. 106- 108.

 

Photos